Skip to main content

In gesprek met Richard ten Broek, chirurg en onderzoeker aan het Radboudumc

Baart Koster  – Richard ten Broek combineert zijn werk als chirurg en onderzoeker met een diepgevoeld en doordacht geloof. Voor hem zijn geloof en wetenschap veel eerder complementaire dan tegengestelde krachten. ‘Geneeskunde is een vak dat zich soms richt op genezing, vaak op verlichting en altijd op troost. Dat zie ik als een roeping’, vertelt Richard in een gesprek met Jos Leijenhorst.

Richards werk richt zich vooral op verklevingen na buikoperaties. Adhesie, zoals dat in vaktermen heet, is een probleem dat vaak over het hoofd wordt gezien, maar grote gevolgen kan hebben voor patiënten. ‘Het is een verborgen probleem bij een behoorlijk grote patiëntengroep. Mensen lijden echt onder de verklevingen en deze gevolgen worden helaas gezien als wat nu eenmaal bij operaties hoort, maar dat hoeft niet zo te zijn. Er is nog zo veel te ontdekken en te verbeteren op dit gebied.’ Richard ziet zijn werk in deze “vergeten hoek” van de geneeskunde als een kans om iets bij te dragen, om het lijden van mensen te verlichten en hen een betere kwaliteit van leven te geven.

Zijn keuze voor dit onderzoeksgebied was geen toeval. ‘Ik geloof dat God ons leidt in onze keuzes. Tijdens mijn studie kwam ik in contact met professor Van Goor en begon ik met onderzoek naar verklevingen. Het voelde als een pad dat voor mij geopend werd. Al bleek het soms moeilijk om aandacht en financiering voor dit onderwerp te krijgen, toch bleef ik altijd geloven dat dit mijn weg was. Steeds als ik op het punt stond om op te geven, ging er toch weer een deur open.’

‘Ik geloof dat God ons leidt in onze keuzes.’

– Richard ten Broek

Vader en Koning
De Bijbel is het fundament voor Richards geloof, maar hij oriënteert zich breder, zo blijkt bij zijn antwoord op de kernvraag: Wie is God voor jou? ‘Er is een prachtig oud Joods gebed dat Avinu Malkeinu heet en mijn gevoel over God zeer treffend omschrijft. “Avinu Malkeinu” betekent namelijk “Onze Vader, onze Koning”. Dat raakt ook de kern van Wie God voor mij is. Hij is zowel nabij en persoonlijk als verheven en heilig. God is een persoonlijke God, met Wie ik een relatie heb. Tegelijkertijd is Hij ook de Koning aan Wie je gehoorzaam wilt zijn. Die balans probeer ik in alles te behouden. Het gaat telkens om gehoorzaamheid en het zoeken naar Zijn wil. Waarbij ik de verleiding moet weerstaan om mijn eigen wil te volgen. Zelfs in de kleinste dingen zoek ik Hem. Dat doe ik in de Bijbel en door keuzes in gebed te brengen.’

Geloof en wetenschap worden door de maatschappij vaak als haaks op elkaar staande werelden beschouwd. Ook voor veel wetenschappers ligt daar een spanningsveld, maar persoonlijk worstelt Richard daar niet mee. ‘Wetenschap werkt met modellen. Die veranderen voortdurend, terwijl Gods Woord eeuwig is. Als mensen zeggen dat ze geloven in de wetenschap, zeg ik altijd dat dat een armzalig geloof is, want wetenschap verandert steeds.’ Geloof en wetenschap sluiten elkaar volgens hem ook niet uit. Ze zijn juist samen op zoek naar waarheid.’ Richard geeft een voorbeeld uit de epigenetica, de studie van verandering in genexpressie die niet het gevolg is van veranderingen in het DNA zelf. Wetenschappelijke inzichten bevestigen soms eeuwen later wat al in de Bijbel en oude commentaren daarop werd beschreven. ‘De Bijbel en de Talmoed spreken erover dat het gedrag van de moeder invloed heeft op het kind in de baarmoeder. Dat werd jarenlang gezien als onzin, maar nu weten we dat epigenetica aantoont dat dit inderdaad zo is. Dergelijke voorbeelden zie ik als bevestiging van hoe geloof en wetenschap elkaar kunnen aanvullen.’

‘De wetenschap kan je dichter bij God brengen als je bereid bent verder te kijken.’

– Richard ten Broek

Focus op draaglijker lijden
Uiteraard hebben ethische dilemma’s in de geneeskunde Richards bijzondere belangstelling. ‘Als arts krijg je te maken met moeilijke vraagstukken, zoals euthanasie. In Nederland is het wettelijk toegestaan daarnaar te vragen als mensen vinden dat hun lijden ondraaglijk is. Maar ik sta daar anders in. Voor mij is het belangrijk om mensen te laten weten dat ik daar niet aan mee zal werken. Ik focus op wat ik wél kan doen om het lijden draaglijker te maken. Dat is voor mij een kwestie van trouw zijn aan mijn overtuigingen, maar ook eerlijk zijn naar patiënten.’ Richard wijst in de context van ethiek ook op de gevaren van het streven naar maakbaarheid in de geneeskunde. Zo zorgden hersenchips van Neuralink voor maatschappelijke beroering. ‘De gedachte dat we de mens kunnen verbeteren met hersenchips vind ik zeer gevaarlijk. Kijk, op zich zijn neurologische implantaten niet nieuw. Voorheen waren die gericht op het opheffen van een verstoring in een menselijke functie, nu creëert Neuralink een directe connectie tussen brein en computer. Dat is geen normale menselijke functie.’ Volgens Richard gaat deze ontwikkeling over een ‘harde grens’ heen.‘ We moeten oppassen dat we niet iets creëren dat niet meer menselijk is. We moeten genezen wat kapot is, maar niet sleutelen aan wat niet kapot is. Op Gods stoel hebben we niets te zoeken.’

Waarheid
Geloof is voor Richard een dagelijkse krachtbron en leidraad. Het valt hem op dat wat voor hem een concrete werkelijkheid is door andere christenen soms vrij platonisch wordt beleefd. ‘In Zijn heiligheid wordt God onbedoeld vaak op afstand gezet. Terwijl Hij heel dichtbij is. Soms kan ik dat heel concreet beleven, bijvoorbeeld door archeologische opgravingen die Bijbelse verhalen bevestigen. Het gaat gewoon om keihard, tastbaar bewijs. Je kunt de oude vondsten gewoon aanraken. Op dergelijke momenten denk ik: maken we als christenen ons geloof soms niet te abstract?’ Vastberaden klinkt ook Richards antwoord op de slotvraag wat hij wil meegeven aan mensen die worstelen met de balans tussen geloof en wetenschap? ‘Blijf zoeken naar de waarheid. De wetenschap kan je dichter bij God brengen als je bereid bent verder te kijken. God is niet alleen de God van de Bijbel, maar ook de Schepper van de natuur die we proberen te begrijpen. We weten nu nog maar ten dele, maar dat betekent niet dat er geen waarheid is. Wat dat betreft ben ik het totaal oneens met postmodernisten die claimen dat er geen waarheid is en dus ook geen goed en fout. Er ís een waarheid en het is onze plicht die te blijven zoeken.’

Dit artikel is onderdeel van het zorgmagazine Liv. Meer weten?
Vraag hier het magazine gratis aan.